Hallo Yogjakarta!

8 april 2017 - Yogyakarta, Indonesië

Zaterdag 08-04-2017
Bus, Yogjakarta-Semarang

Een omgekeerd chronologisch verslag van ons verblijf de afgelopen dagen in Yogjakarta:

Ik loop geblinddoekt over een grasveld in Indonesië. Ik stap stevig door. Buiten is het donker en om me heen hoor ik de stemmen van andere mensen. Als ik na een meter of 50 precies tussen twee grote bomen in stop dan krijg je geluk in je leven. ‘STOP!’, zegt degene die met me meeloopt. Ik doe mijn blinddoek af. Ik heb geen geluk.

Gisteravond gingen we naar een park in de buurt. Een gids die we al vaker ontmoet hebben laat het ons zien en we gaan op de scooter. Hij pikt ons op om 18.30 uur en dan is het hier al helemaal donker. Hij spreekt wat Nederlands: ‘Lekker windje’. Vandaag is het droog (Hoera, Hoera!), maar daardoor wel benauwd. Het park, Alun Alun Selatan, is een soort van het Vondelpark van Yogjakarta. Alle lokale mensen komen hier naartoe om te ontspannen. Er zijn etenskraampjes met Indonesisch eten en op het gras liggen tapijten met lage plastic tafeltjes waar we onze gebakken mie en rijst (door elkaar ja dat kan blijkbaar ook) opeten. Er is nog meer te doen: je kunt er bellen blazen, een rondje rijden in een auto versierd met lichtjes en figuren als Hello Kitty of Pikachu, of proberen geblinddoekt tussen twee bomen door te lopen.

Eerder die dag hebben we de Borobudur bezocht (zie de andere blog 'Vroeg op voor de Borobudur'). Donderdag middag bezochten we de Prambanan een Hindoeistische tempel. Ook deze tempel was erg mooi en we hadden een leuke gids die ons alles liet zien. Wel vroegen we ons op sommige momenten af wie of wat nu de attractie was.

Als we rondlopen komt het regelmatig voor dat groepen meisjes giechelen of met ons op de foto willen. Er zijn wat schoolreisjes die dag en aan de reactie van deze kinderen (en hun moeders) vermoed ik dat ze nog (bijna) nooit een blanke in het echt gezien hebben. We gingen met de bus. Voor maar 25 cent p.p. zaten we een uur in de bus. Indonesische toeristen die ook in deze bus zaten vermaakten zich om ons. En wie Engels kon probeerde een praatje te maken. Wij doen ook ons best de Indonesische taal ‘Bahasa Indonesia’ te leren, maar tijdens deze rit kregen we les in Javaans. Maar dat is zo moeilijk, ik heb er niks aan over heb gehouden. Behalve een liefdesverklaring van een jongen in de bus.

Woensdag kwamen we aan in Yogjakarta. ‘Yogja’ is een meer kunstzinnige stad en dat vindt ik wel leuk. Er is graffiti te zien en restaurantjes en onze homestay ziet er kleurrijk uit met creatieve inrichting. De eigenaar van de homestay is een Nederlandse man en erg gastvrij. De plek waar wij verblijven heet ‘Next Door’ en wordt gerund door Iin. ’s Middags lopen we langs de rivier waar armere gezinnen wonen en je het ‘traditionele leven’ kunt zien (aldus Iin). Straat jochies komen enthousiast op ons af en we geven ze een highfive. Het is merkbaar bijzonder dat wij hier als blanken lopen. De moeders proberen wat met ons te praten. We wisselen wat woorden uit, maar ons Indonesisch is nog niet vloeiend dus glimlach en knik ik maar. Java is in meerder opzichten anders dan Bali. Het is minder toeristisch wat ook maakt dat de mensen minder Engels spreken. Nu kunnen we echt gaan oefenen met Indonesisch spreken.

Yogjakarta is bekend om zijn Wajangpoppen, Becak (fiets met zitje voorop waar toeristen in kunnen) en de Batik Maffia. Wij hebben het allemaal beleefd. Als wij op woensdag aankomen en het centrum bezoeken, worden we al meteen de eerste dag gestrikt. En dat doen ze goed die maffia, heel goed.. “Jullie hebben geluk er is van daag een kunstgalerie van studenten van de kunstacademie en hun leraren en vandaag is het gratis!” “Willen jullie kijken? Kom maar mee!” Sommige mensen hier spreken een paar woorden Nederlands en dat komt goed van pas. De beste batik man in de Art Gallery is enthousiast en vertelt over het batik proces en dat hij Jovanny van Bronkhorst kent. We krijgen thee en kijken naar de mooie schilderijen en kunnen geen kant meer op. We hebben allebei wat gekocht. 

En nu zitten we dus in een busje op weg naar Semarang. De reis duurt als het goed is 4 uur. We hebben onze lange broek alvast aan. Semarang is minder gewend aan toeristen dan Yogjakarta en aangezien meer dan 90% van de Javaanse bevolking Moslim is, moeten knieën en schouders bedekt zijn. Ik had gehoopt dat mijn benen intussen bruin zouden zijn, maar ik moet helaas genoegen nemen met wit-met-rode-muggenbulten-stippen. Je hoort of ziet geen mug, maar toch krijg ik er elke dag weer gratis een paar bulten bij. Stiekem vindt ik het best spannend hoe het straks in Semarang allemaal zal gaan. Hoe ziet de kamer er uit, hoe gaat een gemiddelde werkdag op de universiteit? Wat is er in de winkels te halen en zijn er leuke andere studenten om te ontmoeten...? Dat hoor je in de volgende blog!

Foto’s